Wil je beginnen met beleggen, maar weet je niet hoe? Dan is het erg belangrijk dat je eerst een beeld vormt van de bestaande beleggingsproducten en welke risico’s en rendementen ermee gepaard gaan.
Dit bericht kan je bekijken op YouTube of hieronder lezen. De informatie is ongeveer dezelfde.
Voor je er echt mee begint
Hoe enthousiast je ook bent over de beurs, alvorens je start met beleggen, kan je best de twee onderstaande vragen beantwoorden.
1) Hoeveel wil je beleggen?
Het is niet de bedoeling dat je onmiddellijk al je spaarcenten zomaar gaat gebruiken om te beleggen. Zorg eerst dat je een “noodfonds” aanlegt waarmee je onverwachte uitgaven zou kunnen betalen. De meest gebruikelijke regel hiervoor is dat je er minstens 6 maanden je uitgaven mee moet kunnen betalen. Wat je verder nog over hebt, kan je investeren. Natuurlijk is dit maar een vuistregel. Je bepaalt zelf welke marge je wilt nemen.
2) Hoeveel risico wil je nemen?
Weet dat investeren risico’s met zich meebrengt. Hoe zou je je bijvoorbeeld voelen als je portefeuille plots 20% minder waard wordt? Als je denkt dat je daar niet mee om kan. Dan kan je beter geen te risicovolle producten aankopen. Weet wel dat een hoger rendement vaak gepaard gaat met een hoger risico.
Het echte werk: waarin investeren?
Spaarrekening
De spaarrekening lijkt op het eerste zicht niet echt een belegging. Minder dan 20 jaar geleden kon je nochtans een flinke cent bijverdienen door de rente op je spaarboekje. De huidige rente staat echter zodanig laag dat het rendement van een spaarrekening momenteel verwaarloosbaar is.
Het risico dat je loopt met een spaarrekening is extreem laag. Er is namelijk een garantie voor de eerste 100.000 euro die je op zo’n rekening plaatst. Zelfs als de bank failliet zou gaan, verlies je je spaarcenten niet. Spaarrekeningen zijn enkel verkrijgbaar via je bank en in de meeste gevallen zijn er geen kosten aan verbonden.
Termijnrekening
Het tweede product is de termijnrekening. Die lijkt heel erg op een spaarrekening. Het enige verschil is dat je geld er voor 3, 5 of 8 jaar in vastzit. Het rendement ligt daardoor iets hoger dan bij een spaarrekening, al is het moeilijk om aan een rente van meer dan 0,5% te geraken.
Ook de termijnrekening kan je gewoon verkrijgen bij je bank en heeft een erg laag risico. Houd er wel rekening mee dat je een belasting van 30% (de roerende voorheffeing) moet betalen op de rente die je ontvangt.
Staatsbon
Wanneer je een staatsbon koopt, geef je eigenlijk een lening uit aan de Belgische overheid. Die kan dat geld gebruiken om bijvoorbeeld ambtenaren uit te betalen of om te investeren. Uiteraard zal de overheid je binnen een bepaalde looptijd moeten terugbetalen. Ook hier wordt de ontvangen rente belast met 30%.
De staatsbonnen die de laatste jaren zijn uitgegeven, hebben een jaarlijks rendement van 0,5% tot 1%. (Bruto). Wanneer België failliet zou gaan zou je je geld kunnen verliezen. De kans dat dat gebeurd is natuurlijk heel erg laag, maar niet 0.
Obligatie
Een obligatie is net als de staatsbon een lening die je uitgeeft met een vooropgestelde rente en looptijd. Zowel bedrijven als overheden kunnen obligaties verkopen. Zo kan je bijvoorbeeld een obligatie kopen van AB Inbev.
Het rendement en het risico van dit product zijn gemiddeld. Al hangen die sterk af van welk bedrijf of land de obligatie uitgeeft. Binnen Europa dragen obligaties van onder andere Spanje, Italië en Griekenland momenteel het hoogste risico. Wanneer een land of bedrijf failliet gaat, kan je mogelijks een je gehele inleg verliezen.
Obligaties kan je aankopen via je bank of broker. Weet ook dat je deze obligaties kan verhandelen op de beurs. Je hoeft ze dus niet voor de volledige looptijd aan te houden.
Op lange termijn bedraagt het gemiddelde rendement van obligaties zo’n 4,5%. Maar het huidige lage rentebeleid drukt de rendementen sterk naar beneden. Bovendien wordt de interest die je erop verkrijgt, belast tegen 30%.
Fonds
Bij een fonds vertrouw je jouw geld toe aan enkele fondsbeheerders. Zij zullen dat op hun beurt investeren in aandelen, obligaties of cash (wanneer ze bv. verwachten dat de beurs zal dalen).
Binnen de fondsengroep zijn er twee grote stromingen. De actief beheerde fondsen en de passief beheerde fondsen.
Bij een actief beheerd fonds bepalen de fondsbeheerders welke aandelen of obligaties ze aankopen of verkopen volgens hun eigen strategie.
Bij een passief beheerd fonds, ook wel een ETF of indexfonds genoemd, gebeurt die allocatie automatisch. Zo’n fonds volgt meestal een index op. Voorbeelden van indexen zijn de BEL20, AEX, S&P500,…
De rendementen van fondsen lonen vast en zeker de moeite waard. Het risico ligt hierbij dan ook iets hoger. Merk op dat het risico en het rendement afhangen van de focus van het fonds. Die focus kan bijvoorbeeld een locatie zijn (bv. aandelen in Belgie), maar ook een sector (bv. technologieaandelen) of een product type (bv. aandelen, grondstoffen, etc).
In actief beheerde fondsen kan je beleggen via je bank of via enkele specifieke brokers. Passief beheerde fondsen kan je verhandelen via de beurs. Dat kan via je bank of broker.
Wat de kosten betreft, zijn er in- en uitstapkosten en een lopende kostenfactor. Die laatste is een jaarlijkse kost die overeenkomt met een vast percentage van je inleg. Voor passief beheerde fondsen ligt dat percentage een stuk lager ( 0,2 – 0,7%) dan voor actief beheerde fondsen (1,0 – 2,5 %)
Aandelen
Wanneer je een aandeel koopt, koop je een deel van een bedrijf en wordt je mede-eigenaar. Dit is dan ook een van de meest risicovolle investeringen. Je kan namelijk je volledige inleg verliezen wanneer het bedrijf overkop gaat.
Winst maken met aandelen kan op 2 manieren:
- Wanneer de prijs stijgt
- Door dividenden die bedrijven mogelijks uitkeren
Aandelen kan je kopen via een bank of broker. Persoonlijk werk ik liever via een broker. Meestal zijn die heel wat goedkoper dan de grootbanken.
De kosten die gepaard gaan met het verhandelen van aandelen zijn enerzijds de aankoop- en verkoopkosten. Die bestaan uit een belasting (0,35%) en een vergoeding voor de broker. Daarnaast betaal je ook op het dividend een belasting van 30%. Merk wel op dat je eerste 900 euro in dividenden vrijgesteld is van deze belasting.
Andere
Verder zijn er nog tal van andere investeringsmogelijkheden. Deze zijn vaak moeilijker te verhandelen of dragen een nog groter risico met zich mee. Voorbeelden hiervan zijn:
- Vastgoed
- Wijn
- auto’s
- Crypto
- Sneakers
- Lego
- Start-ups
- ,…
En wat doet meneertje geld?
Ikzelf trek voornamelijk de kaart van aandelen en ETF’S.
Met kleinere bedragen durf ik ook wel eens investeren in de alternatievere beleggingen zoals goud en startups.